|
|
Menu Inrto Routeinfo Overnachtingen Reisverslag1 Reisverslag2 Reisverslag3 Reisverslag4 Reisverslag5 Reisverslag6 Reisverslag7 |
Dinsdag 12 april Onderweg naar de Dadeskloof ziet As het niet meer zitten. Ze wil niet meer fietsen en de 120 km van gisterenzitten nog goed in de benen en om nu 35 km heen en terug te rijden lijkt haarnu iets te veel. We besluiten uiteindelijk rustig heen te fietsen en dan in dekloof een taxi te regelen voor de terugweg. De route is best wel leuk metdorpjes en kashba’s onderweg. Vele foto stops zijn het gevolg, evenals eenlange lunchpauze. Wij zijn een attractie voor een aantal kleine kleutertjes diena vele aarzeling ons de hand schudden en de fietsbel uitproberen. De Dades Gorges bestaan uit2 kloven die dicht bij elkaar liggen. De eerste daar ga ja langs; dit heeft eensteile klim en afdaling tot gevolg. Bij de klim konden we een oude volgeladen Bedfordvrachtwagen bijna bijhouden; de bochten zijn erg scherp zodat de truck af entoe een keertje moet steken. Van de truck zien we alleen de grote stapel zakkenboven het muurtje voorbij schuiven. Bij de afdaling kunnen we mooi de kloof inkijken, al is dit niet altijd even prettig tijdens het rijden. Bij de volgende kloofkunnen we erdoor heen rijden. We maken hier natuurlijk een paar foto’s en eteneen boterhammetje, oftewel nieuwe energie voor de terugreis. Klimmen, boven aande kloof groeten we de bouwvakkers, die op de heenreis onze fietsen goed hebbenstaan bestuderen tijdens een van de vele foto stops, en we dalen weer af. Onderweg tijdens een kort klimmetje ontstaat er een volledige massahysterie rond een lege fles die As op haar fiets heeft: “Donnez moi bouteille!”. De kinderen proberen de fles van de fiets te trekken. De lege fles hadden ze best mogen hebben van As maar niet op deze manier. We slagen we erin om samen met de flessen in de houders terug naar de camping te rijden.
Woensdag 13 april ’s Ochtends doen we heel rustig aan; met name Astrid is niet echt fit. We besluiten vandaag niet te fietsen. We schrijven korte mailtjes en regelen een taxi. Het regelen van de taxi gaat gemakkelijk; we rijden terug op naar de camping, breken de tent af en laden alles op en in de grand taxi
Voor 100 Dirham staan we een half uur later, 55 km verderop in Tinerhir, waar wij het aanbod krijgen om de fietsen tegen dromedarissen te ruilen. Een dromedaris kost ongeveer 1000 Euro en de fiets 750 Euro, dus bij nader inzien gaat de ruil niet door. En wat moeten wij met de 2 dromedarissen; ze mogen vast niet mee in het vliegtuig, ze passen tenslotte niet in het vrachtruim van het vliegtuig. We nemen een heerlijkelunch, o.a. berber omelet (in een tagine klaargemaakt). We kletsen met 2Marokkanen. Een van hun heeft 2x een half jaar in Frankrijk gewerkt; de anderehelft van het jaar kan hij daarvan leven in Marokko; hij is getrouwd met eenFranse. De ander is een kruidendokter. Hij loopt graag met ons mee bij het opzoek gaan naar een hotel en hoopt dat we dan meegaan naar zijn winkel.Astrid is dan inmiddels al op ’t toilet beland; ja, het zat eraan te komen; darmproblemen. Rinnert scheept hem af met dat we misschien later wel komen. As testgedurende 2 uurtjes het bed en Rin leest, schrijft en kletst buiten;. Het iseen leuk Berber guesthouse met verscheidene trappetjes en verdiepingen. Als Asbeneden in de tuin komt is de 1e wie ze ziet de “kruidendokter”,blijkbaar heeft hij gepoogd Rin alsnog mee te krijgen?; maar die heeft“subtiel”in zijn babbel laten weten dat hij tapijtverkopers die doorgaan metaandringen niet waardeert. Blijkbaar heeft hij ’t begrepen want hij iszwijgzaam.
Donderdag 14 april We fietsen richting Gorgedu Todra, naar camping du Soleil, waar we ook eens een was kunnen draaien.Onderweg hebben we nog een gesprek met 4 tienerjongens over hun toekomst hier,dat ze geen hoop hebben, over de wens om naar Europa te gaan en dat ze vinden dat deregering niet democratisch is. Op de camping zetten we ons tentje op, nuttigen we een –helaas niet verse- jus d’orange, draaien een wasje, doen een spelletje Machiavelli en nemen een wel verse Marokkaanse salade, luieren in de tent en hangen de was op. Vervolgens wandelen we de palmerie in, waar we de eurocentjes van de jeugd wisselen tegen dirhams. Daarna dwalen wedoor een ruïne, een verlaten kashba. Het is er rustig en mooi. Hier zouden weecht rustig kunnen overnachten, maar dat zouden we allebei niet echt willen;toch te spookachtig. Ideale plek voor een spooktocht of voorlasergamen/paintball.
Vrijdag 15 april ’s Ochtends voor vertrekspelen we nog even met de waterfilter: nu is het water wel lekker, gisteren washet een beetje zoutig. Ook krijgen we het aanbod om onze tent, slaapzakken,diskman en broeken te ruilen voor weet ik veel wat. Maar domage pinda fromagehebben we niet zo veel spullen mee die we kunnen missen. Het afrekenen moet bijde baas met de grote snor. Hij heeft een beetje moeite met rekenen, hetoptellen gaat nog wel maar voor het wisselgeld verschijnen heel grote bedragenop de rekenmachine die Rin niet meer kan volgen. Ongeveer 10x meer dan het gelddat ik had gegeven dus daar moest hij even heel goed over nadenken. We doen het ook vandaag nog rustig aanen komen na een uur bij de kloof aan. Onderweg zien we bussen stoppen bij eendromedaris, daar komen alle mensen de bus uit en maken een foto, gaan op hetbeest zitten en zo worden ze 10 meter rond gereden. In de kloof zien we een busmensen die daar zelf mogen rondlopen (niet te lang natuurlijk). Wij worden aangesprokendoor een man en na een tijdje volgt de uitnodiging voor de thee. Als het eersteglaasje thee op is komen de tapijten te voorschijn (alleen maar om te kijkenhoor). We maken duidelijk dat we er niet zo veel interesse in hebben, gelukkigdringen ze niet aan. Een aanbod voor ruilhandel volgt, maar ook voor hun domagepinda fromage m.b.t. de ruilhandel. We proberen brood te kopen, dat lukt niet;Astrid mag niet betalen (bij een hotel) voor de 4 broden:-) Na de klooffietsen we een rustiger gebied in; geen toeristenbussen meer. Weldromedarissen, 2 Nederlandse fietsers (die hun fietsen en tour via hetreisbureau hebben geboekt van de Nederlans-Marokkaanse jongen die we inOuarzazate ontmoet hebben) die fietsen zonder bagage. Later op de routeontmoeten we nog een Duitse fietser. Hij adviseert ons een auberge waar zij ’s middags nog geluncht hebben in Tamtatouchte, waar we naar 30 km aankomen. De prijs van dekamer? Wat heb je ervoor over vraagt hij Rin. Dan zegt hij zelf 2x 50 Dirham?Rin antwoord “samen 70?”, wat direct akkoord is. Deze man is 54, maar oogt eenstuk ouder. Hij heeft in het leger gezeten. Twee van zijn kinderen studeren inMarrakesh. Zijn vrouw en 2 andere kinderen wonen in Boumalne des Dades. Het iseen land waarin de familie belangrijk is; we verbazen ons daarom soms over hetfeit dat er ook de nodige gezinnen gescheiden leven. Twee van zijn zussen wonenin de buurt, 1 is gescheiden. Als de man wil scheiden, moet hij zijn vrouwbetalen. Als de vrouw die wens heeft dan hoeft de man niet te betalen. We kunnen douchen; het water wordt speciaal warm gestookt voor ons. Daarna kletsen we nog even met wat meisjes. De meisjes in deze omgeving komen vaak niet geheel normaal over; dat merken we de dag erna ook weer op de fiets.
We drinken natuurlijk thee.De tagine en brood wordt vers gemaakt (we trekken nu een gebied in waar broodvers wordt gemaakt en waar het niet in de winkels te koop is). Het klaarmakenvan de maaltijd duurt ongeveer 2 uur, maar dan eten we ook heerlijk. Intussenis er een Engels stel met een gids aangekomen. Met de muilezel hebben ze 45 kmgelopen vandaag. De Engelsen zijn totaal uitgeput. Na ons eten zij – apart- vande man des huizes, zijn zus, de gids en buurjongen. Wij mogen bij hun ook nogmee eten van de couscous. De avond sluiten we af met thee, trommelen engitaarmuziek. En zo wordt het laat en heel gezellig, zonder tapijtverkopers.
|