|
|
Menu Inrto Routeinfo Overnachtingen Reisverslag1 Reisverslag2 Reisverslag3 Reisverslag4 Reisverslag5 Reisverslag6 Reisverslag7 |
Dinsdag 19 april We weten vandaag niet zo goed wat we willen. Beetje moe van gisteren? Rin die koffie nodig heeft? We ploffen neer op een terrasje voor koffie en jus de bananes (=milkshake). Als we later onze tocht noordwaarts richting de Sources beginnen, worden we ingehaald door Rachid, 22 jaar, op de fiets, die “een stukje” met ons opfietst. In 1e instantie vinden we dit ongemakkelijk: wat wil hij van ons, communiceren kan vermoeiend zijn in ’t Frans en dit soort dagelijkse ontmoetingen kennen we nu wel. Het inlassen van een drink- en later nog een lunchpauze, helpt niet. Rachid wacht dan enkele meters van ons vandaan, op ons.
Maar na 10 km beginnen we het eigenlijk wel te waarderen, een maatje erbij. ’t Is net een film; wie weet heeft hij besloten Marokko maar eens te verlaten en met ons mee te fietsen. Haha. Hij attendeert ons op de apen onderweg; ditmaal houden we dus een fotostop en knabbelen we wat pinda’s en amandelen (Rachid eet weinig; eerder had hij ons aanbod om brood en water te nemen, afgeslagen). We komen bij de splitsing: links naar de Sources (bronnen & watervallen), richting het noorden, rechts naar “Lac Aquelmame Azigza". We rijden met hem meer naar ’t meer, waar een soort vrij-staatje lijkt te zijn gebouwd. Met z’n 3'en drinken we een fles cola leeg en daarna nemen we natuurlijk ook nog thee. Na overleg met Lahcen en Rachid lijkt het ons wel oké hier de nacht door te brengen i.p.v. bij de bronnen; want daar schijnt de grond schuin te lopen (lastig met de tent) en vragen ze er geld voor. Hier gaat het er primitief doch gezellig aan toe; alles loopt los; koeien, honden, kippen, schapen, ezels. Een ezel besnuffeld de tafel op zoek naar een diner. We stoeien met Bouzghra (5 jaar) en Ghadicia (8 jaar).
Rachid heeft een lift gekregen naar huis, zou anders toch nog 30 km in een fris windje terugmoeten; snel heeft hij nog zijn telefoonnummer aan ons gegeven; we moeten hem echt bellen & wel zo leuk ook om nog foto’s te sturen. De tent is opgezet. We vragen of we groenten kunnen kopen, wat Lahcen niet helemaal lijkt te begrijpen (zijn Frans is zeer beperkt), maar wel is het duidelijk dat we tagine kunnen mee eten. Wij maken voor hun en ons cup a soup, helpen een beetje met de tagine (o.a. bijlichten met de zaklantaarn) en verder is het wachten: een goede tagine, weten we, duurt een aantal uur om te bereiden.
Bij Lahcen op het terrein komen ruiters en visite per auto. Sommigen maken gebruik van een hutje op zijn terrein. Als we met de meiden stoeien, komen we daar in de buurt en roept de vrouw ons. We krijgen een biertje (onze 1ste in Marokko). Zij en de 2 mannen zijn behoorlijk beschonken. We houden ’t er bij 1, ondanks hun aandringen, om ons weer bij Lahcen te voegen: zou raar zijn om nu bij hun te blijven, terwijl we bij hem tagine zouden eten. Bovendien zijn de mensen zodanig beschonken dat het niet echt gezellig is. De jongste dochter eet niet mee; zij is inmiddels in slaap gevallen. Lahcen repareert nog een plastic tuinstoel met ijzerdraad (wij zouden hem allang bij het afval gedaan hebben). Als we binnen tagine eten, komt er regelmatig wat geroep vanuit de zuiphut om eten of omdat ze willen dat wij komen. Lahcen vertelt ons dat er regelmatig mensen komen; het blijkt een soort afwerkomgeving te zijn: rustig, anoniem. Drinken en een “Madame Dirham” (de munteenheid daar); wat wil je nog meer. Lahcen en zeker zijn oudste dochter lijken er niet blij mee (wat we zeer goed begrijpen), maar het levert wel wat inkomsten voor hun op. De vrouw springt dronken over “de toonbank”, een tagine valt om. Ghadizia brengt deze snel in veiligheid. Een volwassen meid, vaak realiseren we ons niet dat ze nog maar 8 jaar is. Wel als ze daarna, enigszins bang voor de dronkelappen, tegen me aankruipt.
Ons motto is “La tete est au lac; het hoofd is weg, in het meertje”; daarom luistert Madame Dirham ook niet als Lahcen zegt dat ze om moet lopen i.p.v. over de toonbank heen springen. Er komt nog een luxe pick-up; ook hier gaan de dirhams vermoedelijk op aan drank, sigaretten en sex. ’s Avonds zetten we voor de zekerheid nog wat stoelen rondom onze tent; als extra signaal voor hun, mochten ze nog met hun zatte kop met de auto vertrekken.
Woensdag 20 april We hebben goed geslapen. Als we opstaan ziet Rin al snel apen op ’t terrein. Met fototoestel gaan we op jacht; naar de beste plaatjes. Lahcen lokt ze met brood dichterbij. We ontbijten samen, natuurlijk met een kannetje thee en melk (Lahcen heeft zojuist al gemolken) erbij. Het hout gestookte kacheltje ruikt heerlijk.
Als we willen vertrekken, komt rond 9:20 uur reeds een auto aanrijden. Reeds, omdat de man en vrouw vragen om een kurkentrekker. Twee flessen wijn worden opengetrokken. Zij rijden naar het eind van het doodlopende weggetje. Later zullen ze nog terugkomen voor een tagine en om in de hut bij te komen. “La tete est au lac”, alweer. Best apart en maf om deze kant van de maatschappij mee te maken. We nemen afscheid; het was bijzonder hier te zijn. We geven hen nog 100 Dirham voor de tagine van gisteravond. Blijkbaar wil Lahcen ons graag nog wat geven en duikt een schuur in. Zoekt hij eieren? Nee, hij komt met een kampeermatje aanzetten We laten hem onze matjes zien en leggen uit dat hij die beter kan bewaren voor andere kampeergasten. Maar een half pak spaghetti, vooruit dan maar, die nemen we dan wel aan. Deze ochtend merken we trouwens ook bij Lahcen de wens om in Europa te werken; hij vraagt ernaar. En verder wil hij later als de kinderen uitgespeeld zijn, dat ze trouwen met een Europeaan. Want de rijke Marokkanen, daarbij gaat het geld op aan drank en sex, volgens hem. We vertrekken en stoppen 200 meter verder; we plakken de 1e (en hopelijk laatste) lekke band: van 3 jongens die we daar zien. Dankbaar en blij zijn ze, dat hun band 2 minuten later geplakt is.
Op onze route ligt een bron (met waterval), een grote toeristische attractie, waar wij natuurlijk even moeten gaan kijken. We worden daar opgevangen door een groot aantal gidsen. De waarschuwing van Lahcen voor de commercie hier, blijkt helaas waar: "Dirham, dirham, dirham". En de bron, nee, het is geen aanrader. De route gaat voornamelijk langs dennenbossen en weilanden. Beetje Limburg en een beetje Drentse bossen.
In Ain Lieuh hebben we 2 vette “bladerdeegpannenkoeken” gekocht om zo de 30 km naar Azrou te kunnen volbrengen; we hadden een rustige afslag gemist, maar konden later alsnog via een piste rijden, wat leuk was, want zo kwamen we langs de buitenwijken. In Azrou nemen we een hotelletje.
Donderdag 21 april We zijn in alle rust opgestaan en hebben op een terras ontbeten. Om 12:00 uur moesten we uitchecken, anders zouden we 5 Dirham per tas moeten betalen voor de opslag van onze bagage en met 4 voortassen 4 achtertassen een rackpack en een tent kan je voor hetzelfde geld ook een overnachting betalen. Enigszins in haast gingen we nog internetten en een foto-cd laten branden. Boodschapjes gedaan en een softijsje genomen (gezien de enorme aanloop daar, durfden we het aan; het bleek een rib uit ons lijf ;-) 2 dirham=20 cent voor 2 ijsjes;-) ). Rond half 3 zijn we naar de camping 5 km. verdop gefietst, waar we aan de praat raakten met de Nederlanders Emiel & Ingrid die 3 maanden met hun Camperbus op pad waren. Hier hebben we voor de 1e keer echt zelf gekookt. Rond half 9 gingen we reeds op 1 oor i.v.m. dat het koud en donker was. Een haan kraaide vlak naast onze tent en we werden weer wakker.
Vrijdag 22 april Terwijl As verder aan de klets is geraakt met Ingrid en Emiel komt Rin de tent uit en zegt dat hij een rustige route naar Fes op de kaart heeft gevonden. Tijdens het ontbijt hebben we besloten nog een dag te blijven en dan morgen op tijd te vertrekken om zo min mogelijk last van de hitte te hebben en niet al te laat in Fes aan te komen, zodat we niet gestresst/vermoeid een hotel gaan zoeken. We hebben wasje gedaan en zelfs nog geslapen ’s middags. We waren enorm lui en hebben derhalve het wandelingetje kort gehouden. Onderweg hadden we boodschappen gedaan en hadden we met gebaren duidelijk gemaakt dat we een ui wilden. Ze verkochten het niet, maar uit huis werd een halve ui gehaald. Later kwam op de camping de eigenaar naar ons toe: de mensen van de winkel hadden nog 2 grote uien voor ons. Ze wisten niet voor welke toeristen; maar het was voor het stel met die man met iets op zijn neus. Tja dat kon niet missen: Rin’s neus was flink verbrand en aan het vervellen.
Ezel op de parkeerplaats bij het winkeltje (van de uien) |